Aangehouden
Terug naar Verhalen
Terug naar Nederlands
Home
Uit de bundel 'Petanque op klompen':
Aangehouden
Het gebeurt me niet vaak dat ik word aangehouden door een agente van de
gendarmerie in Frankrijk. Tijdens mijn laatste trip was het weer eens
zover. Heerlijk...!
In een klein gehucht op een doorgaande weg naar Limoges stond het bij
een bescheiden afdaling plotseling rood van de snelheidsremmende
verkeersborden. Van 90, 70, 50 naar maximaal 30 km per uur. Even
voorbij het laatste bord zag het zwart/blauw van de gendarmerie en ééntje
stak een arm omhoog ten teken dat ik moest stoppen. Het bleek een zij,
en ze wees mij een plek waar we even rustig konden gaan staan praten.
Nou ja, zij deed het woord.
Als vakvrouw had zij aan de nummerplaat van mijn mobiel huis natuurlijk
al gezien dat ik een Nederlander moest zijn. Na een uiterst vriendelijk
'bonjour' was haar eerste vraag dan ook of ik Frans sprak en kon
verstaan. Wel of niet, maar op dit soort momenten zeker niet, dus. Op
mijn vraag of zij toevallig Nederlands of misschien zelfs Fries sprak,
bleef al hoofdschuddend een antwoord van haar uit. We sloten een
compromis om het beiden in het Engels te proberen.
'Can I have your drivers licence, please?' vroeg ze met een heerlijk
Frans accent. 'No way, you may not have it,' was mijn als grapje
bedoeld antwoord maar zij begreep dat anders. 'Then we have a problem.'
'We?' 'Oui' raakten we langzaam in een spraakverwarring. Ze haalde er
een oudere collega bij, eentje met een grote snor. Die vroeg niet maar
sommeerde mij in het Frans mijn rijbewijs af te geven. Samen met mijn
'permis de conduire' gaf ik hem ook mijn CMI/GPK, mijn autistenpas, mijn antistollingspas en mijn wedstrijd-licentie
van de NJBB. Een kleurrijk ratjetoe van bewijzen van mijn bestaan, mijn
beperkingen en mijn grote hobby. Er werd in rap Frans overlegd wat ze
met deze vreemde vogel aan zouden moeten.
Na enige tijd vond ik het welletjes en vroeg hen om samen met mij naar
hun bureau te gaan. Wat ik daar dan wilde, vroeg de beste man. Dan wil
ik daar graag een advocaat, een dokter, een psychiater en een meester
petanque-speler spreken, was de aanvulling op mijn verzoek. Dit werd
Bromsnor allemaal net iets te veel. Uiteindelijk vroeg hij de dame om
mij naar het dichtstbij zijnde bureau te begeleiden om daar met de
hoogste baas 'La Commissaire' te gaan overleggen. Mijn auto moest ter
plekke maar even op mij blijven wachten.
Onderweg naar het bureau ontdooide de dame van rond het vriespunt naar een ruime plus
twintig en begon gezellig te vragen naar mijn niveau in het edele
petanque-spel. Zonder echt te jokken maar wel een beetje naast mijn
schoenen, zei ik dat ik in onze afdeling momenteel in de hoofdklasse
speel. Even later vroeg ze of ik tijd en zin had. 'Ach ja, alle tijd
die mij als pensionado is gegeven en mannetjes hebben bijna altijd wel
zin,' ontglipte mijn lippen.
Ze reed de dienstauto niet naar het bureau maar, naar later bleek, naar
haar ouderlijke thuis. Haar vader moest het komend weekend een
belangrijk toernooi spelen vertelde ze maar zijn doublet-partner had
zich plotseling ziek afgemeld. Of ik voor die partner zou willen
invallen. 'Pas de problème,' stemde ik in. 'Wil je nog naar het
bureau,' vroeg ze even later na het doornemen van de verdere details
met haar pa, 'of zal ik je maar terug naar je auto brengen? Dan regel
ik wel wat met mijn collega.' 'Pas de problème,' stemde ik opnieuw in.
'Als het spelen van petanque net zo goed is als je Franse taal, dan
wens ik papa morgen veel sterkte. Hij zal het nodig hebben,' vertrouwde
ze mij nog toe, toen ze de deur van mijn campertje dichtdeed en ik mijn
weg voor die dag vervolgde.
Tja, we zullen nooit weten hoe het met papa zijn partijen anders was
gelopen maar het werd beslist een heel gezellig weekend met heel veel
petanque, heerlijk eten en drinken op de koop toe.
© Piet/er Bult