Zoals mijn Franse
vocabulaire al met enige regelmaat door de petanque-sport overhoop is
gehaald, ging het de vorige week ook weer eens helemaal mis.
'Waar wil je spelen?'
vroeg mijn door het lot toegewezen lieftallige teamgenote in een
doublette. 'Wij mogen het zeggen want wij hebben de toss gewonnen.'
'Hoezo de toss gewonnen? De toss verloren, zul je bedoelen!' stelde
ik er tegenover. Ja, ik lok graag discussie uit. 'Wat bedoel je? Ik
zei munt en het was toch munt?' zei ze. Ik ondersteunde mijn stelling
nog met een filmpje wat ik op YouTube had gezien maar het mocht niet
baten.
In tegenstelling tot veel
andere tossen blijkt bij het petanque het winnen van de toss eerder
een na- dan een voordeel op te leveren, las ik ergens in een vakblad.
Het team dat de toss wint mag inderdaad de speelplaats bepalen en mag
vervolgens het but uitwerpen. Dat zal soms een voordeeltje zijn. En
de winnaars van de toss mogen, moeten zelfs, ook de eerste boule
werpen. Maar volgens allerlei theorieën is meestal niet de eerste
maar juist de laatste boule van het grootste belang en maakt het
werpen van de laatste boule vaak het verschil tussen winnen of
verliezen.
Bij het damspel is het
duidelijk: wit begint en zwart wint. Rare sport eigenlijk, het
petanque. Daar win je de toss en verliest daarmee op voorhand de
partij eigenlijk al of staat in ieder geval al vóór het begin van
de partij op achterstand. Gelukkig is het waarheidsgehalte van deze
stelling, net als die van het dammen, misschien van toepassing bij
enkele topspelers maar werkt het bij de meeste spelers, en zeker bij
een beginneling als ik, gelukkig net iets anders, heb ik inmiddels
ervaren.
Toch moeten mijn hersenen
nog altijd wennen aan het idee dat het winnen van de toss in deze
sport op den duur dus eigenlijk het verliezen van de partij betekent.
Bekijk ter onderbouwing van de stelling het filmpje op YouTube tussen
spelers van Thailand en Madagascar.