In het land van Eénoog

Terug naar Artikelen
Wêrom nei Artikels
Weeromme naor Artikelen
Home


In het land van Eénoog

Aangemoedigd door de zinsnede ‘De empiricus hoort de theoretische controverse te zoeken.’ uit het proefschrift van Henk Bloemhoff ben ik op onderzoek gegaan. Temeer daar ik tijdens mijn vertaalwerkzaamheden van de 'Biebel in et Stellingwarfs' een behoorlijk aantal zaken in de woordenboeken van Bloemhoff tegenkwam die mij als autochtone Stellingwerver menigmaal mijn wenkbrauwen tot fronsen brachten. Gaandeweg rezen bij mij zelfs de vragen:

Bestaat het Nederlands?
Bestaat het Fries?
Bestaat het Stellingwerfs?

Mijn stellingname vooraf in deze is een resoluut: Neen. Verder beperk ik mij in deze beschouwing tot de taal, en wel de Stellingwerfse taal.

Relevantie
De beschrijving van het Stellingwerfs is in wetenschappelijke zin vastgesteld en vastgelegd door Henk Bloemhoff in zijn proefschrift 'Fonologie en morfologie van het Stellingwerfs', het vierdelig Stellingwerfs woordenboek en een tal van andere publicaties. Als eerste vroeg ik mij het nut of belang af van zulk onderzoek (...). Vervolgens kwam de vraag in mij op of een dergelijk onderzoek voor een kleine taal als het Stellingwerfs is, wel een aantoonbare (meer)waarde heeft. Het waarde-oordeel van een enkeling in zo'n kleine (schrijvende) gemeenschap als het Stellingwerfs is, kan gemakkelijk tot waarheid van de - overigens zeer bescheiden - massa worden verheven.

Mijn stelling 1: van een (te) klein gebied is niet of nauwelijks een zinvolle norm te definiëren.
Mijn stelling 2: het Stellingwerfs is zo'n (te) klein gebied.

Weliswaar is er in de laatste - zeg - vijftig jaar wel het een en ander op schrift verschenen maar relevante tellingen en beoordelingen zijn veelal door één en de zelfde persoon uitgevoerd, op verschillende titels zoals de persoonlijke of als hoofdmedewerker van het enige zelfbenoemde instituut, enz. Belanghebbend en belangenverstrengeling moet dan ook niet helemaal worden uitgesloten. In het hele Nederlands Nedersaksisch gebied speelt Bloemhoff een meer dan gemiddelde rol in het geheel, o.a. door zijn contacten op wetenschappelijk niveau, omringende instituten en overkoepelend orgaan SONT, GOS, enz. De verhouding in kleinheid van het gebied geldt weliswaar in mindere mate maar toch ook voor het Fries en zelfs voor het Nederlands.

Is het Fries van Gaasterland de norm of dat van de Wouden, het lage midden, het stadsfries of wellicht het schreeuwerige op- en indringende Fries van de Omrop? Stel dat laatste. Kan of moet je dan voor het Stellingwerfs ook de lokale omroep als norm nemen? Het Stellingwerfs zou al lang niet meer bestaan!
Er bestaat zoiets als 'macht van de grote getallen'. Zo'n anti-macht bestaat ontegenzeggelijk ook voor juist kleine getallen.

Mijn stelling 3: Bloemhoff is een 'sofist'.
Een enkele vertegenwoordiger van een bepaalde massa, 1 op 50.000?. Van die 50.000 Stellingwervers is momenteel minder dan een derde in redelijke mate dagelijks gebruiker van het Stellingwerfs. Een éénoog in het land der blinden derhalve, die daarnaast als vertegenwoordiger van de Stellingwerfse (en Nederlands Nedersaksische) massa vaak (te) veel overtuigingskracht aan de dag legt. Veel wetenschappers blaken van twijfel en vrragen zich af, zo niet Bloemhoff. Waarom zou hij ook...


© Piet/er Bult