Garantie

Terug naar Verhalen
Terug naar Nederlands
Home


Uit de bundel 'Petanque op klompen':

Garantie

Enige tijd geleden kreeg ik een telefoontje van mijn vrouw met de vraag of ik onderweg, terug van een toernooi naar huis, even een brood wilde meenemen. Zoals het een goed echtgenoot betaamt deed ik dat natuurlijk. In het dorp van het toernooi kocht ik dan ook een brood in een grote supermarkt. Ongevraagd kreeg ik er een kassabonnetje bij wat ik achteloos samen met het brood in de kofferbak van mijn auto neerlegde.

Thuisgekomen waren er plotseling allerlei besognes waardoor het brood even werd vergeten. Dat bleef niet één dag, geen twee dagen, maar wel ruim veertien dagen onopgemerkt in de kofferbak liggen. Toen ik na die twee weken een toernooi wilde gaan spelen in een dorpje verderop van het vorige toernooi en mijn spullen in de kofferbak wilde neerleggen, kwam plotseling het brood weer boven water. Het is niet moeilijk te raden dat het niet meer eetbaar was. Het hele brood was door prachtige grijsgroene schimmeldraadjes, als in een cocon verpakt.

Toen ik het brood pakte om - oh, zonde - weg te willen gooien viel mijn oog op het bonnetje wat ik bij het brood had gekregen. Het lag open met de tekst 'Ruilen binnen 30 dagen.' Zoiets biedt perspectief natuurlijk. Veel kilometers omrijden is zo'n brood van twee euro dan wel niet waard maar als je toch toevallig langs die zelfde supermarkt komt...

- Dag juffrouw, ik wil dit brood graag ruilen voor een verse.
- Dag meneer, hoe bedoelt u?
- Nou kijk, deze lijkt mij niet gezond meer en daarom wil ik 'm graag ruilen voor een goede. Kijk, hier heb ik het bonnetje met de omruilgarantie.
- Maar meneer, u begrijpt toch wel dat dat niet voor een brood geldt?
- Nou nee, dat begrijp ik eigenlijk niet. Ik koop bij u een brood, krijg er een bonnetje bij dat ik binnen 30 dagen in ongeopende verpakking mag ruilen, en daar wil ik dus maar gebruik van maken.
- Meneer, alstublieft...

De rij wachtenden achter mij werd gaandeweg langer zodat een tweede kassa werd opengesteld.
- Hoe gaat u dit oplossen, drong ik een beetje aan.
- Maar meneer, hier valt helemaal niets op te lossen.
- Dat lijkt me toch wel. Ik zeg u nogmaals: ik koop een brood, krijg er een bonnetje bij om het binnen dertig dagen te mogen ruilen, en wil daar gewoon gebruik van maken. Wat is het probleem?
- Maar meneer u begrijpt zelf toch wel dat dat niet voor een brood kan gelden. Dat zou een mooie boel worden. Als iedereen hier zijn oude brood komt omruilen voor vers.
- Juffrouw, als u niet van plan bent deze om te ruilen vraag ik u vriendelijk uw chef er even bij te roepen.

De juffrouw achter de kassa pakt een microfoon en roept daarin een paar onbegrijpelijke code-nummers. Binnen twee tellen komt er een jongeman aangesneld en vraagt vriendelijk wat hij voor mij kan doen.
- Nou kijk, een paar weken geleden heb ik dit brood hier gekocht en zou dat nu om willen ruilen. Kijk, hier heb ik het bonnetje.
- Maar meneer, u begrijpt toch wel dat dat niet voor brood geldt...
- Oh, begint u het zelfde bandje af te spelen? Dat zei die juffrouw net ook al. Maar als ik iets koop en daar een bonnetje bij krijg waarmee ik het kan ruilen, dan zie ik het probleem niet.
- Om een lang verhaal kort te houden, meneer: ik ben niet van plan om dat brood om te ruilen voor een vers.
- Wel, dan hebben toch werkelijk een probleem, want ik ben niet van plan om zonder een fatsoenlijk brood deze winkel te verlaten. Beste man, vertel mij wat ik niet goed doe of heb gedaan, want als ik fout bezig ben, dan ben ik zeker de eerste om dat toe te geven en zijn we vlug klaar. Maar als ik niets verkeerds doe of heb gedaan dan wil ik nu graag een ander brood van u want ik krijg een beetje haast om even verderop naar een petanque-toernooi te gaan.
- Wat dat petanque van u inhoudt, dat weet ik niet en nee, u heeft in feite niets verkeerd gedaan natuurlijk maar het is niet gebruikelijk dat we brood, ook nog wel van een paar weken oud, omruilen voor een vers brood. Dat begrijpt u toch wel? (...) Maar oké, ik zal het goed met u maken. Niet omdat ik mij verplicht voel maar ik geef u een zak witte puntjes en dan is daarmee de zaak afgehandeld, oké?

Kijk, nu word ik link. Iemand die maar vasthoudt aan de nullijn, daar kan ik niets mee maar als ze bereid zijn om te onderhandelen dan word ik ook koopman. Het zag intussen trouwens zwart van de mensen om ons heen.
- Ik ben dan misschien wel wat vervelend maar een brood ruilen voor een zak witte puntjes lijkt mij geen goede deal. Doe maar gewoon een zelfde brood, dan zijn we klaar en anders roept u de grote baas er maar even bij.
De beste man keek wat schichtig om zich heen en zag nu ook wel in dat hij, na het aanbod van de zak puntjes, aan de verliezende hand was en deed dan ook de enige goeie zet in dit geval.
- Nou goed dan, om van het hele gezeur af te zijn krijgt u van mij net zo’n brood mee, maar dan ovenvers.

Hij maakte wat handgebaren tegen een van de meisjes. Die liep vlug naar achteren om net zo’n brood te halen als die waar ik nog steeds mee in mijn handen stond, maar dan vers. Ze gaf het brood aan de chef die het dadelijk aan mij doorgaf. Tegelijk gaf ik hem mijn oude met het bonnetje, zei netjes dank u wel, en wilde de winkel verlaten. Maar op het moment dat ik de winkel uit zou lopen, draaide ik mij toch nog even om en zei: ik vind het wel aardig natuurlijk dat u dat brood hebt willen omruilen maar ik begrijp werkelijk niet dat u niet weet dat petanque een prachtige sport is...


© Piet/er Bult