Mierenzuur

Terug naar Verhalen
Terug naar Nederlands
Home


Uit de bundel 'Petanque op klompen':

Mierenzuur

Bijna was ik voor mijn middagdutje buiten, in slaap gevallen maar nog net voordat mijn ogen echt dicht vielen zag ik ze gaan. Wel honderd donkerrode mieren zag ik op de stam van een oude plataan op en neer, en heen en weer rennen. Half in slaap en half nog wakker kon ik ook na geruime tijd niet bedenken wat zo'n honderd mieren al rennend op de stam van een oude boom hebben te zoeken. Hoewel mieren bekend staan om hun werklust, zag ik niet één van hen bezig met een hamer, een stofdoek of een ander stuk werktuig. Zoals de meeste diersoorten zullen ook mieren wel net als mensen, de hele dag bezig zijn met eten, drinken en paren om zichzelf en daarmee de soort in stand te houden, bedacht ik. Maar om te eten neem je gewoonlijk even rustig en onbewogen de tijd. Om eten te zoeken ga je toch niet zo kris-kras tekeer als deze mieren, maar zou er iets meer systeem zitten in het zoeken. Hoe mieren precies paren weet ik niet maar ik kan mij niet voorstellen dat zoiets telkens even vlug-vlug gebeurt tijdens het op en neer rennen op de stam van een oude plataan. Zo dacht ik, en zo zouden mieren ook wel denken, leek mij.

Na het schouwspel een kwartiertje te hebben aangekeken maar nog steeds geen doel, nut, oorzaak of gevolg te hebben kunnen ontdekken, pakte ik één miertje heel voorzichtig op. Het was een zij want ik zag nergens een rits, een knoop of een stukje klittenband waarachter iets van een pinkeltje verborgen zou kunnen zitten. Bijna fluisterend vroeg ik wat ze eigenlijk met elkaar aan het doen waren. 'We spelen petanque,' zei ze, 'zie je dat dan niet?' 'Eh, nee, nou ja, natuurlijk, dat dacht ik al, maar wilde het toch even zeker weten,' loog ik een beetje dom. 'Maar ik zie nergens butjes of boules,' merkte ik toen heel scherpzinnig op, 'en hoe werkt het met de zwaartekracht bij jullie spel in zulke rechtopstaande bomen?' 'Kijk,' zei ze nu wat kribbig, 'daar hebben wij onze truukjes voor. Jullie mensen, of zoals wij jullie meestal noemen, grote lomperikken, jullie trappen en gooien bij het spel vaak heel veel mieren dood. Wij raken of vertrappen niets, niemand en zeker geen grote lomperikken en daar zijn we rijkelijk voor beloond. En zet me nu maar gauw terug want ik word geroepen. Ik ben de schutter van ons team en we willen de finale winnen want dan zijn we kampioen en krijgen heerlijk mierenzuur te drinken.'

Toen ik een uurtje later wakker werd was er op de boomstam geen mier meer te bekennen. Geen enkele feestvreugde van winnaars of tranen van verliezers te zien. Of het nu op een reguliere speelmiddag, een spannend toernooi voor lomperikken is of slechts toe te kijken naar verticaal petanque spelende mieren, soms begrijp ik dus nog maar weinig van het spel.


© Piet/er Bult