Voorzitter

Terug naar Verhalen
Terug naar Nederlands
Home


Uit de bundel 'Petanque op klompen':

Voorzitter

In ieder dorp is wel zo'n mannetje die altijd en overal voor klaarstaat. In het bestuur van het voetballen, korfballen, de tennis- en schaakclub, niets is deze man te veel. Het duurt dan ook niet lang of hij wordt gekozen tot voorzitter van het Plaatselijk Belang.

Het eerste jaar gaat het prima en staat hij bij de gemeente pal voor de belangen van 'zijn' dorp. Er moet eigenlijk een dit komen en er moet eigenlijk dat gebeuren. Het tweede jaar wordt het al een ietsje minder want hij werd op het gemeentehuis al eens een paar keer prettig in de watten gelegd, ging al eens met de wethouder smakelijk uit eten en kreeg persoonlijk al eens wat extra vergoeding toegestopt uit de algemene middelen. Op de volgende najaarsvergadering van het Plaatselijk Belang vond hij de meeste vragenstellers uit het dorp eigenlijk maar zeurpieten en keek hij hoe langer hoe vaker op zijn horloge.

Het derde jaar dat hij voorzitter was van het Plaatselijk Belang kon je in zijn praten de wethouder zélf eigenlijk al bijna aan het woord horen. Veel mooie en dure woorden maar geen daden of het moest al in het hoe langer hoe dikker wordende verslag van de vergadering zijn. Maar dat werd dan ook uitgewerkt door zijn persoonlijke secretaresse, blond, langbenig en kortgerokt. Het vierde jaar is de voorzitter verhuisd naar een witte schimmelwijk in de hoofdplaats van de gemeente. Er staat alwéér een nieuwe auto voor de deur en zijn vrouw is ook niet meer de zelfde als voorheen.

Eerst was hij nog een paar maanden fractievoorzitter van de grootste partij. Nu is hij inmiddels wethouder met o.a. sport en cultuur in zijn portefeuille. En het Plaatselijk Belang van zijn oude dorpje moet niet altijd zo zeuren over de oude sportkantine: 'Alle keren dat het lekte heeft de gemeente het dak toch gerepareerd, nou dan...'

Macht smaakt vaak zoet en dus naar meer. Gelukkig maar, dat ik dergelijke figuren in de Jeu de Boules wereld nog niet ben tegengekomen, alhoewel...


© Piet/er Bult