Rugpijn

Terug naar Sceptics
Home


Uit: Mijn Franse tijd

Rugpijn
Het gebeurde vrijdagmiddag tegen een uur of zes (entre chien et loup).
Ik rijd over een gemiddeld drukke uitvalsweg de stad Aurillac (Cantal) uit.
Even voor mij komt een mevrouw uit tegenovergestelde richting voor haar linksaf, dus -en ruim- voor mij langs, afslaan.
Als zij nog half met de kont van haar auto op mijn weghelft staat, besluit ze om die weg, behoorlijk steil omhoog, toch maar niet in te rijden maar...
Ja, dat weet ze zelf ook nog niet.

Ik was al gestopt om haar alle rust, ruimte en ook alle tijd te gunnen die -sommige- vrouwen soms nodig schijnen te hebben om beslissingen te nemen, vooral als het tijdens het autorijden betreft.
Uiteindelijk besloot ze om, een tikkie onhandig, rechtsaf naar de smalle stoep aan mijn rechterkant te rijden.
O, o, ik zie het aankomen...

Naast de stoep zijn een rij autoboxen en die liggen beduidend lager dan de stoep waar de mevrouw naartoe wil.
Dus mevrouw staat dwars op een stuk straatweg dat behoorlijk steil omhoog gaat en vóór haar zijn de behoorlijk steile afritten naar de autoboxen over een lengte van plm. twee meter, met op het diepste punt een verschil van ongeveer een meter.
Zoals in LDF wel meer gebruikelijk, is de zaak niet afgeschermd met een hekwerkje of op z'n minst met een stevige stootrand.
Het linker voorwiel van haar auto staat plm. halverwege die twee meter.
Madame geeft rustig gas voorwaarts en komt op de stoep (en op mij dus) toe rijden.
Dat zeg ik: "Ik zie het aankomen..."
Na slechts een meter vooruit 'valt' het linker voorwiel van haar autootje, een C3 of zo, plm. een halve meter naar beneden en staat de auto met een fikse klap stil...

Ik leef echt met haar mee en steek mijn beide handen onmachtig boven naast mijn hoofd.
Onze ogen raken elkaar.
Op het moment dat zij uitstapt laat ik het rechter raampje van mijn auto alvast zakken en zet een vraagteken op mijn voorhoofd.
Madame weet het nu ook even niet meer.
In mijn allerbeste Frans, aangevuld met nog meer gebarentaal, laat ik haar weten samen met nog een sterke meneer, te willen proberen om de voorkant van haar wagen wat op te lichten en naar achteren te bewegen.

Mevrouw spreekt een langslopende meneer aan en na een kort overlegje gaan we samen in de tilhouding staan om de C3 iets op te lichten en naar achteren te willen duwen.
Mevrouw vraagt naar haar taak.
'Stap maar in en ga rustig achteruit proberen te rijden.'
Op ons advies wijzigt zij het onbeholpen draaien aan het stuur van rechts naar links.
Na slechts twee 'hotten' lukt het ons de wagen weer op zijn vier wielen, dwars op de steile omhooggaande weg te zetten.

Mevrouw stapt uit en de andere behulpzame heer duikt gelijk op zijn knieën om de schade - ongeveer onder het chauffeurs portier - te bekijken.
Op het moment dat de meneer plat op zijn buik gaat liggen zakt mevrouw ter hoogte van de achterbank van haar auto door haar knieën en blijft gehurkt zitten meekijken.
Onderwijl gunt ze mij een stevige blik in haar meest intieme zaken.

Die schade valt reuze mee.
Ze hoeft - volgens onze wijsheid - het voorval niet aan haar eventuele partner te vertellen want als je het niet weet zie je er werkelijk geen barst van.
Na de vele 'Merci, merci beaucoups' vervolgde ieder zijns weegs.
Nog lange tijd heb in mijn spiegel gekeken om de niet uit te sluiten mogelijkheid van een herhaling mee te maken.
Ik zal het nooit weten...

Wat ik wel weet, is, dat ik nu al een paar dagen behoorlijk last heb van een bijster zere rug, de thuisreis daarom eerder dan bedoeld, heb aanvaard en zonder het uiteindelijke doel van mijn pierewaaien, zonder hoedje uit de Cantal ben thuisgekomen...


© Piet/er Bult